Verdienmodel voor de boer

De stichting WCL  is al bijna 28 jaar actief in het buitengebied van Winterswijk. In die periode zijn honderden projecten op het gebied van landbouw, natuur & landschap, toerisme, leefbaarheid  en/of cultuurhistorie uitgevoerd. Meestal was er sprake van een ‘cross-over’, dan heeft een project raakvlakken op meerdere thema’s. Denk aan projecten voor de thema’s landbouw en natuur&landschap of leefbaarheid en cultuurhistorie. 


Door: Arie Schoemaker, secretaris Stichting WCL 

Al in de jaren negentig was landschapsonderhoud een belangrijk thema en daarvoor  is toen met hulp van WCL in 1997 de coöperatieve vereniging PAN (Particulier Agrarisch Natuurbeheer) opgericht. Boeren die in deeltijd aan landschapsonderhoud werken. WCL heeft  zich steeds ingezet  om landschapsonderhoud  tot een serieus verdienmodel voor agrariërs  te maken en werkte daarvoor regelmatig samen met het Ministerie van Landbouw, de provincie Gelderland maar ook met Wageningen UR.  Dit heeft  geleid tot deelname  in een landelijke pilot  voor het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB), waaruit is gebleken dat het regionaal aansturen van het agrarisch natuurbeheer veel efficiënter kon dan wanneer alles via overheidsorganen verloopt. 

Nederland  heeft dat ‘het werken met collectieven’ genoemd en daarvoor toestemming vanuit Brussel gekregen. Sinds 2016 wordt het agrarisch natuurbeheer in de Achterhoek uitgevoerd door de VALA (Vereniging Agrarisch Landschap Achterhoek). WCL heeft vervolgens actief deelgenomen aan het professionaliseren van de VALA. De ervaringen uit de GLB pilot (2010 – 2013) waren hiervoor belangrijk. Landelijk doen circa 11.000  boeren hieraan mee met een areaal  van circa 110.000 hectares. 

Actieve dienst
WCL Winterswijk vindt, dat landschapsonderhoud een actieve dienst is die door agrariërs wordt  uitgevoerd en geen passieve dienst. Vanuit hogere overheden vond men jarenlang dat ‘wat een boer vanuit zichzelf doet’ min of meer als een passieve dienst beschouwd kon worden en daarom gewoon bij hun bedrijfsvoering hoort. 

WCL vindt dat agrariërs hiervoor een serieuze beloning dienen te ontvangen in plaats van – zoals nu – alleen een vergoeding voor de kosten en inkomstenderving. Met name in de GLB pilot 2010 – 2013 heeft WCL het belonen van landschapsonderhoud kunnen (en mogen) praktiseren. Hierbij heeft Wageningen UR uitgezocht wat het werken aan het landschap  kost. Niet alleen het werken maar ook de overige nadelen van landschapselementen in financiële cijfers omgezet. 

Naast het ‘bijna gratis werken’ aan het landschap,  heeft de landbouw in Winterswijk nog meer te maken met de nadelen van een kleinschalig landschap. Vergelijk een boer met één of twee kavels die samen 75 hectare zijn of een boer in Winterswijk  die 60 hectare heeft, verspreid over  vijf of tot zelfs vijftien verschillende kavels die soms ook nog kilometers uit elkaar liggen. En die percelen zijn dan ook nog eens niet mooi rechthoekig, maar  zijn ooit passend gemaakt aan de contouren van het landschap. Dit wordt aangemerkt als natuurlijke handicap. In Brussel wordt dat “Less Favoured Area’s / bergboerenregeling” genoemd. 

Kosten
Wageningen UR  heeft een rapport gepubliceerd met daarin de extra bewerkingskosten voor kleinschalige percelen;  een perceel tussen de 1 en 2 hectare kost de boer jaarlijks  meer dan 350 euro per hectare (prijspeil 2013!), bij percelen kleiner dan 1 hectare lopen de kosten op tot over de 1000 euro per hectare. 

Vele bewoners van Winterswijk en ook onze toeristische bezoekers vinden juist dat dergelijke kleine percelen – met landbouwkundig gebruik – het kenmerk zijn van ons mooie landschap. Uit ander onderzoek blijkt bovendien, dat een goed onderhouden kleinschalig landschap de hoogste biodiversiteit heeft. De meeste Winterswijkse boeren hebben daarom te maken met ‘verplicht’ landschapsonderhoud in combinatie met kleinschaligheid. Brussel staat toe dat  boeren hiervoor vergoed mogen worden, maar Nederland geeft daar maar weinig prioriteit aan. 

In het Gebiedsproces dat nu in Winterswijk loopt zal duidelijk moeten worden, dat: 
a. Winterswijk niet zonder boeren kan en 
b. als er geen extra aanvullende verdienmodellen vanuit de natuur / landschap komen, steeds meer boeren ermee stoppen. 

WCL zet zich in het gebiedsproces in om die aanvullende verdienmodellen ook gerealiseerd te krijgen.

Bekijk andere artikelen

arrow_upward